header4

 

Kruiden en medicijnen

Het is onbetwistbaar dat vele mensen heden ten dage teruggrijpen naar al hetgeen de natuur te bieden heeft. Wol die van schapen is gewonnen, wordt gekleurd met kleurstof, getrokken uit planten en bloemen. Menig dorp beschikt opnieuw over een winkeltje waar, om allerlei kwaaltjes te overwinnen, de nodige kruiden kunnen aangekocht.

Er is een tijd geweest, en die is nog niet zo lang voorbij, dat de mens, en vooral dan de bewoners van het platteland, niets anders dan kruiden ter hunne beschikking hadden om pijn en smart te helen, of minstens toch tijdelijk te verzachten.


Samengevat, door alle tijden heen, deed de mens om te kunnen genezen, beroep op de volksgeneeskunde, gesteund op planten, remedies en volksdevotie.

Wat de gebruikte planten betreft, ging men ervan uit dat er een soort van samenhang bestond tussen de ziekte en de plant die voor genezing moest zorgen. Meteen is ook de volkse benaming voor een aantal planten te verklaren. Men spreekt o.a. nu nog van jichtkruid, koortskruid, wondklever, wondkruid, wormkruid enz...Er kan zelfs een vergelijking gemaakt worden tussen de ziekte en de geneeskundige plant. De geelzucht zou onder meer genezen kunnen worden door een aftreksel van de gele paardenbloem. Roodkleurige planten worden aangewend voor het voorkomen van bloedstollingen. De distelachtigen daarenboven zijn een remedie tegen stekende pijnen.

 

Het gebruik van kruiden is zeer oud, soms zeer doeltreffend en gemakkelijk. Eczeem is in het voorjaar te helen door het vocht van de berkenboom. Men dient een takje met knopjes schuin af te snijden, waarna deze tak in een vaas wordt geplaatst. Het uitgelopen sap moet met de blote hand op het eczeem uitgesmeerd worden. Berkensap, op deze manier verkregen, is blijkbaar even doeltreffend voor het verwijderen van zomersproeten.

Meer radicaler in het genezingsproces zijn en/of waren de volksmiddeltjes. Het verwijderen van wratten is er een treffend voorbeeld van. De wratten waren hinderlijk en ontsierden bovendien het aangezicht, de handen of andere lichaamsdelen. Er waren allerlei rituelen voorhanden om ze kwijt te geraken. Een eerste mogelijkheid bestond erin in een draad zoveel knopen te leggen als er wratten waren. Het draadje werd nadien nog eens op de wratten gelegd en vervolgens begraven in de aarde. Eenmaal dat het draadje was vergaan, verdwenen eveneens de hinderlijke wratten. Een andere mogelijkheid bestond erin dat de "patient", op het ogenblik dat een overledene op zijn begrafenisdag overluid werd, het met een wrat ontsierde lichaamsdeel in een molshoop stak en meteen het volgende versje (gebed?) uitsprak:

"Jan die gaat naar het graf
Doe mijn wratten ervan af,
In de aarde zal jij vergaan
en al mijn wratten zullen zijn gedaan"
 

Een venijnige streek werd begaan wanneer de houder van wratten een geldstuk deponeerde in het wijwatervat achter in de kerk. Immers hij die het geldstuk uit het wijwatervat haalde, kreeg dan de wratten toebedeeld van de muntlegger.

Een andere vervelende kwaal was de tandpijn. Iedereen die er kennis mee maakte, kon getuigen hoe pijnlijk dit kon overkomen. Het zal dan ook niemand verwonderen dat in vroegere tijden, toen er nog geen sprake was van een "dentist", honderden middeltjes werden bedacht om van tandpijn verlost te geraken. In vele gevallen werd van gemalen lijnzaad een warme pap gemaakt. Deze brij werd tussen een lap lijnwaad gelegd en dan bij middel van een handdoek om het hoofd gebonden, er zorg voor dragende dat de warme brij aan deze kant van het hoofd aangebracht werd waar de tand pijn deed. Meestal moest dit proces meerdere dagen worden volgehouden. Andere middelen waren het voortdurend spoelen met zoutwater en het spoelen met een mengsel van regenwater, aluin, honig en wijnazijn. De man waarvan men zegde dat zijn vrouw niet graag had dat hij een borrel dronk, kon meer dan eens onder de mom van tandpijn, enkele "wittekes" achter de kiezen slaan......

Wanneer bij jonge kinderen de melktanden uitvielen, kregen zij de goede raad de uitgevallen tand over hun schouder zo ver mogelijk weg te werpen onder het zeggen van:

"Tand, tand, oude tand,
geef mij voor deze oude tand,
een nieuwe tand". 

De holle kies, oorzaak van slapeloze nachten, werd gevuld met een stukje wortel van het duizendblad. Even doeltreffend was het vlies van een huislookblad. Een radicaal middel om zowel de tandpijn als de slechte kies kwijt te geraken bestond erin de zieke tand met een touwtje te verbinden met een deurknop. Vervolgens, met gesloten ogen en gespannen spieren, de deur zo hard mogelijk dichtslaan.

Vervolg:
Voorjaarsmoeheid werd degelijk ondervangen met thee, vervaardigd uit brandnetels.

Ziek worden in trein of autobus kon meestal worden verholpen door het eten van droog brood met azijn.

 Even preventief was het eten van zure augurken met droog brood.

Het fijt, vroeger een veel voorkomende kwaal, genas zeer snel indien de desbetreffende vingers in een on-gekookt ei werden gestoken, of desgevallens...in de muil van een kikker.

Een specialiste in het genezen van het fijt was de vrouw van Driek Wuyten. Ze woonde waar vroeger Jan Roosen woonde. Ze werd meestal het "fietewiefke" genoemd.

Ontstoken ogen en de weegscheet genazen zeer vlug bij het gebruik van het lopende water uit de Torbeek. Etterende wonden aan handen of voeten waren even vlug genezen bij een regelmatig bezoek aan de Warmbeek. Indien dit niet mogelijk was, dan gebeurde het genezingsproces even goed door de wonde te bedekken met een gekneusd hoef- of lelieblad. Even doeltreffend was geraspt krijt vermengen met room van de melk en hiermede de wonde bestrijken.

Terwijl al die kwaaltjes met duizend-en-één middeltjes binnenshuis werden bestreden en verzorgd, was er ook nog naar buiten toe, de volksdevotie die een rol speelde in het genezingsproces. Dit houdt echter niet in dat de godsdienst of geloof bij folklore moet gerekend worden. In alle delen van de wereld heeft de mens steeds godsdienstige gebruiken naar eigen inzicht vervormd en naargelang zijn behoeften in het dagelijkse leven gebracht. Het kruisteken is hiervan het beste voorbeeld. Vooraleer een brood werd aangesneden, maakte men meestal met het broodmes een kruis op de achterzijde van het brood. Heden ten dage ziet men voetballers of wielrenners een kruisteken maken bij de aanvang van een wedstrijd. Om allerlei ziektes en tegenslagen uit de stallingen te weren tekende de boer met kalk een kruis op zijn bedrijfsgebouwen. Talrijke kinderen worden 's avonds, nu nog, naar bed gebracht na het ontvangen van een kruisje uit de handen van vader of moeder. Het wijwatervaatje ontbrak in geen enkel huis. Bij het be-treden van iedere slaapkamer vond men naast de deur het wijwatervat gevuld met "wijwater".

Een der meest treffende voorbeelden van volksdevotie was het gebruik van gewijde palm. Wanneer de mensen op paasdag "palmden", dan hield dit in dat elk stukje eigendom voorzien werd van een stukje palm die op  paaszaterdag gewijd was. Op de vier hoeken van het perceel grond, werd een kruisje getekend en midden daarin stak het gezinshoofd een takje palmtakje. Ook nu nog kan men in de meeste gezinnen palm terugvinden. Soms bevindt zich dat aan de voordeur, soms andere plaatsen zoals achter het kruisbeeld. Schuren, stallingen en bedrijfsgebouwen werden eveneens voorzien van palmtakjes. Bij hevige onweders werden , terwijl het St.-Jansevangelie gelezen werd, alle hoeken van de woning of het bedrijf met een palmtakje, gedompeld in wijwater (met Pinksteren gewijd), bespenkeld.

Eenmaal dat de mens gekonfronteerd werd met de natuurelementen voelde hij zich onmachtig. Omdat hij zich in de meeste gevallen tegen deze ongekende machten niet kon verweren, zocht hij bescherming bij machten die hoger stonden dan hemzelf. Het aanroepen van allerlei beschermheiligen is hede ten dage nog steeds in gebruik. In vele woningen vond men het omkaderde beeld van de heilige Donatus. Deze laatste moest de eigendommen beschermen tegen donder en bliksem. In onze Lilse parochiekerk vinden wij de H. Lucia terug. Haar keel is doorstoken met een dolk, vandaar dat zij aanroepen wordt tegen keelpijn. De H. Laurentius werd levend verbrand op een gloeiende rooster. Hij wordt aanroepen tegen brandwonden. Onze bloedeigen St.-Hubertus mag zich ieder jaar rond 3 november verheugen met een blijvende belangstelling. Samen met Quirinus en Antonius vormt hij trio van veeheiligen, die bij onze landbouwers op een goed blaadje staan. 

Er werd eveneens gebruik gemaakt van allerlei gebeden. Het "krachtig gebed van Keizer Karel" is nog altijd bekend. Het gebed tegen de cholera laat uitschijnen met welke aandrang de mens beroep kon doen op alle heiligen, als hij in nood kwam. Op het randje van deze volksdevotie vinden wij ook nog allerlei methoden om pijn en kwalen over te dragen aan anderen of door anderen te laten wegnemen. Tegen de tandpijn kon men zich laten overlezen bij Driek Plessers en Helmus Craenen. Deze overlezers namen de H. Appolonia onder de arm om die helse tandpijn te doen verdwijnen. Men kon de tandpijn verkopen. In dit geval werd geld naar een bepaald klooster gebracht. in het beste geval was de betaler verlost van zijn tandpijn en in het slechtste geval hield hij er toch nog zijn tandpijn van over samen met een mooi "beeldeke" van de H. Appolonia dat was opgestuurd.

Het beste voorbeeld van dit overdragen vindt men terug bij kindren die met de hik zijn geplaagd. Zij pro-beren hun hik kwijt te spelen door een ander kind aan de pink te laten trekken, ofwel door resultaat te halen met het volgende versje:

"Ik heb de hik,
ik heb de tik
Ik geef de hik aan alleman
die de hik verdragen kan".

Het wrattenritueel, hierboven aangehaald, kan eveneens gerekend worden bij de methode van overdagen.

Wij zijn  er tenslotte van overtuigd dat er nog honderden andere middelen, planten en devoties bestaan om de verschillende kwalen te genezen, o.a. iemand die aan arthrosis lijdt in de hals, doet best gekneusde koolbladeren en een papje van rauwe aardappelen, verpakt in een linnen doek om de hals. De mens kon wat zijn genezing betreft van het ene uiterste in het andere vallen. Iemand die maagklachten had droeg liest op zijn borst een linnen zakje met daarin een levende mol. De lezers die aan reumatiek lijden, kunnen "ter hunne genezinge" gebruik maken van volgende krachtige remedies: "Een bunzig fijn hakken, koken en opeten. Vijf nagels van een doodskist zoeken op het kerkhof en deze in een linnen zakje om de hals dragen".
Tenslotte een heel eenvoudig middel, t.w. alle dagen in jas- of broekzak een wilde kastanje dragen. Bij dit alle mag zeker niet vergeten worden: "Hoe kostbaarder en indrukwekkender het middel, des te doeltreffen-der is vaak het resultaat der behandelingen".

 

 


Heemkundige Kring St.-Huibrechts-Lille
p/a Lille Dorp 30
3910 Sint-Huibrechts-Lille

 


RPR 0415444169
Ondernemingsrechtbank Antwerpen
Afdeling Hasselt